En zo bewandel ik,
als met de duivel op de hielen,
de hel tussen hemel en aarde, mijn Gehenna
In ontketend oranje en negen ringen
Verzen als rozenbladeren op de bruidsleep van
de wind, in het kielzog van dofgrijze wolken,
aanstonds te vergeven
alsof het zo is dat mijn ziel de dans
ontspringt…
zal ik u vertellen
over lief en leed en
borrelpraat?
de duivelse demonen?
de donkerste beslommeringen?
de helse pijnen?
de zwarte pagina?
zal ik u vertellen
over haat en spijt en
borreltijd?
Goed, het is nu tijd
twee voor de prijs van een
doe mij maar vier van hetzelfde
dat praat wat makkelijker
u begrijpt
het is borreltijd…
Het boek der straten
Slechts te koop voor
twee knaken
Is door iedereen Verlaten!
Godverdomme! Ik zoek me verrot
Waar was jij?
Niet onder mijn paraplu, de stad,
de lange lanen
Je ogen hels en lippen rood
Je handen overal
Maar niet,
Niet waar je me aanraken mag
Spreek me niet van woorden
Woorden heb ik niet
Al lees ik veel meer…
De Dood is Niet Het Eind
al wat leeft, sterft, vergeet
zal immer bloeien
onverholen begeleidt
door tekens op een graf
herinnering zal nimmer wijken
al wat jij gaf, nam en bracht
jij
jij bent leven
jij bent de Dood
leven is de naam die jij bracht…
in de luwte van Oktobers' dagen
schaduwt zij een onbeminde vreemdeling
vlak hellend grijs boven de stad
een tal van achterlichten blikt op
al wat vergeten is of verlaten,
grijze kragen, sleetse dagen
Berlijn volop
onbekend is onbemind
in het kielzog van reclame
en de wind?
de wind waait voorop...…