Ach,
Alles gaat voorbij
en komt achter de rug
Terecht,
zo rekt een leven zich
naar de hemel en weer t'rug
en dan blijkt mettertijd
in wat de geest vergaarde,
de onzin juist van waarde
De sprookjes kosten strijd
en wereldvreemd verlangen
mondt uit in nieuwigheid!…
Na zo'n nacht, in't ochtendgloren
komt een dag, zo stralendschoon
alle zin wordt weergeboren
als een geurend eerbetoon
aan wat het leven kan beloven
Zie,
ik doe de zon naar boven
en laat de bloemen wederkeren
nu kan ik opnieuw geloven:
er waait een briesje-hoop-met-veren…
Peinzend laat ik mijn ogen dwalen
Treurnis strijdt, waar liefde droomt
Weet niet meer wat me door d'aderen stroomt
Ik zie
en kan geen adem halen
Het woord dat steeds mijn krachten toont
schreeuwt nu
dat slechts te zwijgen loont…
Een eigen taal..verborgen glans
van oog tot oog
van hart naar hart
sluit snel die poort!
verberg het woord!
doof nu het licht!
trotseer de smart
gewenst..gesmoord…
Ik heb je eindelijk laten gaan
Het was tijd me te verlaten
Zo gezegd is het gedaan
Schoorvoetend zocht je naar de poort
een echo door de straten
De winterwind duwde je voort
geen mens heeft nog van je gehoord
Ik heb het zo gelaten
De stilte gonst een vage spijt
Ik bijt mijn lip
Wat ben ik kwijt..
maar roep: Het is hier lentefris!…
Dan,
vroeger of later
volgt voorgoed een oordeelsdag
bescherming aangetast,
koud,
allenig
en verlaten
begeerd door een heel ander slag
ontdaan
door opgebouwde schuld
verleden dreigt je in te halen,
met een eindeloos geduld
afgepeld,
de mens onthuld…