48 resultaten.
Aggy.
poëzie
4.0 met 2 stemmen 1.153 De morgen droomt in de lichte tuin:
Een lichtfestijn
Midde' in bloemgeschijn,
En in die droom lichtkindje klein,
Grootogig, op voetjes fijn.
Geurenneurende zachte jasmijn,
En vrolijke roosjes, mondjes half open,
En gouden regen,
Neergezegen
Om haar te vertellen die aan komt lopen,
Hoe mooi een morgen kan zijn.
En paarse seringen…
Viooltjes
poëzie
3.0 met 7 stemmen 1.135 Staan ze daar niet als kindren, de gezichtjes
Hoog op in 't vrolijke zonlicht; zelve lichtjes
Van kleur, gevlamd, gebruind? Heel blij verluidt
Hun warme levenswil door 't kleuren-klateren...
- Straks gaan de mondjes open. 't Lachenschateren
Schittert al boven 't groene-aandachtige uit!…
Slaapliedje
poëzie
2.0 met 3 stemmen 1.096 Slaap, kindje mijn,
Sluit je lipjes fijn,
En doe je ogen dicht, mijn ogenlicht;
Nu je zo warmpjes nederligt,
Moet je rustig zijn.
Nù ben-je klein:
Ik hou je hoofd en je lijfje zoet,
En je wilde voetjes stil en goed
In twee handen mijn.
Eens zul-je groter zijn:
Dan lig je niet meer in mijn armen neer,
Dan stap je door 't land als een…
Jonge dode.
poëzie
4.0 met 4 stemmen 1.007 Waarom, als stille Dood jonge ogen sluit,
Staan wij verslagen, buigend om de baar
Met wening droeviger, alsof dit waar
Smart die elke andre smart in zich besluit?
Als stonden wij op blijde bloemenkust,
En zagen onze schat op zwarte boot
Verraderlijk ontvoeren door de Dood -
Slachtoffer van Zijn alvernielingslust?
Is dan onze aarde…
Zwarte rozen.
poëzie
3.0 met 10 stemmen 914 Ik droomde een droom deez' nacht van zwarte rozen:
Zij rezen geurenloos in starre pracht.
- - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - -
Daar was noch zeeëstem noch loverkozen -
De stille maan ging door de bleke nacht.
Om 't blank verloorne voelde ik rouwe en klacht
In 't hart der zwarte rozen lang bevrozen.
Vol hovaardije breedden zij…
Van zachte waatren.
poëzie
4.0 met 1 stemmen 873 Zij komen geschoven, zoetjes geschoven,
Hobbelbobbel, kristallig klaar,
Met korte klokjes even naar boven,
Zijigjes achter en naast elkaar;
Van ver weg, langs stille vlakte,
Uit diepe, koele, milde wel,
Droomrig groen onder 't groen getakte,
Zonnighel onder 't zonnespel;
Dommelzacht in den schaduwdommel,
Waar 't langs 't bruine huisje…
Lenteboomgaard.
poëzie
4.0 met 2 stemmen 870 Hier is jonge aarde één wijde bloesemhalle.
Bomen en bomen zover de ogen reiken
Doen takske aan takske in gulle blijheid prijken
Met bloesemsneeuw, sneeuwigste sneeuw van alle.
Is 't niet of uit zonhemel neer kwam strijken
Een vlucht van vlindertjes, zó neergevallen
In dromerig verpozen; duizendtallen
Van vlerkjes fijn, die vleugelbloempjes…
Witte bloemen.
poëzie
4.0 met 4 stemmen 868 Maak schemer van licht in deez' donkre stonde,
Gij kindren der Meie!
Wil begeleien
Wat in levens Meie wordt weggezonden....
Ik heb gekozen
Rozen,
Heel blanke
Bloemen der Meie,
Die lichtend stonden,
Met teder schijnen,
In 't dag verdwijnen.
De plek is zonloos, waar wijlen zullen
De jonge leden van ziel verlaten…
Heel ver.
poëzie
3.0 met 3 stemmen 859 Ik wilde ik kon je in mijn armen nemen,
Dragen heel ver
Langs blanke velden en koele wegen....
De avondster
Zou wel onze vriendlijke leidsvrouwe wezen,
Als over dagmoede landen rezen
Avond- en nacht-
Schaduwen zacht.
Ik zou je voeren langs rozenheg
En vogelwoning.... heel ver weg....
Langs blauwende zeeën en duinige stranden,…
MAANLICHT
poëzie
4.0 met 2 stemmen 840 Geklommen was de maan naar boven,
Had wolken stil uiteengeschoven,
Uit sneeuwengrot leek zij te turen,
En zilversneeuw in 't rond te sturen.
't Was of de warme zomeraarde
Het koelend zilver gretig gaarde;
Al meer en meer had ze opgevangen,
Tot al van zilver was omvangen.
Een koel, blank kleed dat verre strekte
En velden wijd en weien…
DODENKLACHT
poëzie
4.0 met 1 stemmen 837 Laat dicht de luiken! 't Zonlicht dringe
niet in deez' ruimten, waar geen morgen
haar langer wacht.
En laat me alleen met mijne dode!
'k Wil met haar zijn in de eerste wake
van hare nacht...
Ik wil de teedre woorden spreken,
die 'k nog voor haar in 't hart bewaarde
'k zei niet genoeg.
Ik wil haar dodensponde sieren
met bloemen…
Gelijk een vogel
poëzie
4.0 met 3 stemmen 825 Gelijk een vogel moede nederstrijkt
Op 't nestje in loovren veilig weggeborgen,
En 't kopje slapend buigt totdat de morgen
Blij uit haar lichte wolkwaranden kijkt,
En zachtjes zegt: ‘mijn hele hemel prijkt
Alreê met rozen van mijn liefde en zorgen...’
En 't is hem wèl dat nacht is opgeborgen -
Hij rept de vleuglen al, zijn moeheid wijkt!…
Mijn ziel is in mij.
poëzie
4.0 met 2 stemmen 727 Mijn ziel is in mij als een kind
Dat droomt, terwijl zijn voeten bloeden,
Van vleugels verloren, die hij, de moede,
Wel eenmaal wedervindt.…
Val nu mijn woorden
poëzie
4.0 met 1 stemmen 710 Val nu mijn woorden als hele reine
Drupjes van klank in der oren fijne
Luistrende schelpjes; maak melodije
Van mijn gedachten, en zoetjes laat
Ze op rimpling van golvige ritmen glijen,
Totdat de ontwaakte stilte staat
In zachte glimlach van verblijen.…
Zomernacht.
poëzie
4.0 met 2 stemmen 674 Ik stond op 't duin onder maanlichte lucht,
Rein blauw, dat plechtig rees en teder helde,
- Of 't aarde omveilgen wou - ver achter velden,
En ijle bomenlaan naar klein gehucht,
En stille duinrij, ingeslapen vlucht
Van doffe golven naast de lichtdoorwelde
Woelgolven van de zee. De lucht vertelde:
'k Hoorde altijd graag naar 't spreken…
Sterven. IV.
poëzie
4.0 met 1 stemmen 539 Toen Z ij n e stem, wellend uit diepe nacht ...
Lichtend gelaat zag 'k over mij gebogen;
Ik staarde in kalme, vriendlijk blikkende ogen:
‘Kom met mij,’ wenkten oog en lippen zacht.
Mijn Gids had vleuglen, en op vleuglen vlogen
Wij de aarde langs, die droomrig, dauwbevracht,
Opglansde een wijl. Dan hoger, tot in pracht
De sterrenzeeën om…
Sterven. I.
poëzie
4.0 met 2 stemmen 516 't Is het Leven dat henengaat,
Stadig, stil,
Als zoveel dat altijd verder gaat
En toch niet heengaan wil;
Als elke tik van de klok, die uur
Nà uur slaat,
En nieuwe voortdringt, en ze één voor één,
Eén voor één sterven laat;
Als elke vonk in de vlammende haard,
Vuur een poos,
Door 't vuur geboren, door 't vuur verjaagd
En geblust…
Sterven. III.
poëzie
4.0 met 1 stemmen 496 . . . . . . . . . . . . . .
Zoals de golven gaan en komen,
Komen en gaan,
Den schoot van heur moeder, de zee, ontnomen
Levenbelaân;
Zoals de bloemenkindren komen,
Bloeien en gaan,
De schoot van heur moeder, de aarde, ontnomen
Levenbelaân;
Zoals de starren gaan en komen,
Schittren en gaan,
De schoot van heur moeder, 't heelal…