48 resultaten.
Mijn ziel is in mij
poëzie
3.0 met 60 stemmen 12.673 Mijn ziel is in mij als een kind
Dat droomt, terwijl zijn voeten bloeden,
Van vleugels verloren, die hij, de moede,
Wel eenmaal wedervindt.
----------------------------
uit: Serena (1898)…
Woud bij nacht
poëzie
3.0 met 3 stemmen 2.056 Luister.... tussen de stammen van het woud
Gaan zachte schreden... zacht en zachter: 't Leven
Dat wegtrekt en zich neervlijt. Alle dreven
Zijn leeg nu van geluid; de Stilte houdt
Haar intree en de Schemering, gedreven
Door hare broeder Nacht, blust snel het goud
En alle purperglansjes, die op 't hout
En op de verre wolken zijn verheven.
De…
Nacht
poëzie
3.0 met 37 stemmen 6.224 Niets dan de wijde,
de grote rust:
eenzaamheid zachtjes
in slaap gekust;
niets dan het sluimren
van 't levend Al,
dat straks weer de ogen
ontsluiten zal;
niets dan de hemel,
die ogend waakt,
zolang lome aarde
het waken staakt;
niets dan wat wijde
oneindigheid,
in Nachts zachte armen
rustig gevlijd.…
Dodenklacht
poëzie
3.0 met 10 stemmen 2.013 Laat dicht de luiken; 't zonlicht dringe
Niet in deez' ruimten, waar geen morgen
Haar langer wacht.
Ga, laat m'alleen met mijne dode.
'k Wil mèt haar zijn in d'eerste wake
Van hare nacht.
Ik wil de teedre woorden spreken,
Die 'k nog voor haar in 't hart bewaarde;
'k Zei niet genoeg.
Ik wil haar dodensponde sieren
Met bloemen…
Eersteling
poëzie
3.0 met 7 stemmen 1.563 Klein handje klopt in diepe nacht
Aan 't venster zacht,
Aan 't venster zacht,
Vraagt: ‘Mag ik binnenkomen?’
Legt bei zijn vleugeltjes buiten af,
En heeft het plaatsje dat men hem gaf
Gauw ingenomen.
Moe zwervertje - na reize - ligt
Met ogen dicht,
Met ogen dicht
In vaste slaap gevangen,
Maar, glanzend door de nêer oogelêen…
Liefde
poëzie
3.0 met 7 stemmen 1.721 Liefde kwam tot mij zo zacht
Als lentegeuren in lentenacht.
'k Voelde haar bloeien langs mij gaan
En alles in mij is bloeien gegaan.
Alles in mij werd morgenblank:
Vogeltjes floten hunnen dank;
Over de stille bossen ging
Windevleugel-ritseling,
En mijn hart die morgen kweelde
Als een leeuwrik zijn liedrenweelde.…
Viooltjes
poëzie
3.0 met 7 stemmen 1.134 Staan ze daar niet als kindren, de gezichtjes
Hoog op in 't vrolijke zonlicht; zelve lichtjes
Van kleur, gevlamd, gebruind? Heel blij verluidt
Hun warme levenswil door 't kleuren-klateren...
- Straks gaan de mondjes open. 't Lachenschateren
Schittert al boven 't groene-aandachtige uit!…
Sneeuw
poëzie
3.0 met 7 stemmen 3.490 Wat losse vlokjes vlos als duivedons,
Vol rust van dauwe en maanglans, dauweblank,
In veel blank wittig licht... al meer en meer...
Elk vlokje een vleugje rust uit Grote Rust;
Elk vlokje een vleugje glans uit Woon van Droom.
Stroom van wit licht nu... witte vleugeltjes,
Sneeuwdragertjes in haastig liefblij komen;
Alles gedempt, onwerklijk bij…
Kinderogen
poëzie
3.0 met 7 stemmen 2.287 Lente-ogen, waar 't lentzonnetje in gaat schijnen,
Zodra de wimpervenstertjes ontsluiten;
Spiegeltjes klaar die geen menswereld buiten,
Maar 't eigen lentezieltje doen weerschijnen,
Zo rustig rein dat ze in hun kristallijnen
Glanstoverkring al 't duistre buitensluiten;
Boodschappertjes van heil die zachtkens stuiten
Verbitterd woord van…
Avond
poëzie
3.0 met 3 stemmen 1.333 Boven mij is de lucht
als een lief gelaat,
waarover zachtkens
een glimlach gaat
En binnen in mij
wordt het al nu zo stil,
of mijn hele hart
naar de hemel wil .…
Zwarte rozen.
poëzie
3.0 met 10 stemmen 914 Ik droomde een droom deez' nacht van zwarte rozen:
Zij rezen geurenloos in starre pracht.
- - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - -
Daar was noch zeeëstem noch loverkozen -
De stille maan ging door de bleke nacht.
Om 't blank verloorne voelde ik rouwe en klacht
In 't hart der zwarte rozen lang bevrozen.
Vol hovaardije breedden zij…
Droom-vrouw, kom!
poëzie
2.0 met 16 stemmen 4.814 Droom-vrouw, kom !
Droom-vrouw, kom !
En draag mijn kleine
In je armen, de rozereine;
Draag mijn kleine
Die slapen wil
Naar je droomhof
Manestil.
Kleine sterrekindren gaan
Met hun lichtjes al vooraan,
Openen de blauwe dromepoort,
Zorgen dat niets mijn kleine stoort.
Maar schuift op haar venster zacht;
Roomblanke roosjes houden er wacht…
Avond aan de Amstel
poëzie
2.0 met 8 stemmen 1.899 Een rand van flauwend rood omzoomt de kimmen;
Hoog wijkt de lucht in eindloos ambergrauw;
De vlakte zwijmt; de vochte neevlen klimmen,
En overvloeien de landouw.
Zij glijen voort waar, 't laatste licht weerstralend,
De wereldstad, de bruid der waatren, troont;
Haar huizenrijen nog met rooskleur pralend,
Haar koepels nog met glans gekroond…
Morgen op de hei
poëzie
2.0 met 4 stemmen 1.709 Ik loop langs hei - die ligt in diep azuur
Van zomerhemel rondom neergespreid -
Kleurwarme hei: een brokje oneindigheid
Van kruid en bloem, zover ik mijmrend tuur.
Wereld en mensen weg... Alleen natuur
Zo pas gegleên uit rijk van rustigheid
Met glimlach ongerept: stille innigheid
Van nijver leven in het morgenuur.
Ik schroom te treden op…
Lente boomgaard
poëzie
2.0 met 8 stemmen 2.202 Hier is jonge aarde één wijde bloesemhalle.
Bomen en boompjes, zover de ogen reiken,
Doen takske aan takske in gulle blankheid prijken
Van bloesemsneeuw, sneeuwigste sneeuw van alle.
Is 't niet of uit zonhemel neer kwam strijken
Een vlucht van vlindertjes, zó neergevallen
In dromerig verpozen? Duizendtallen
Van vlerkjes fijn, die vleugelbloempjes…
Uitvaart.
poëzie
2.0 met 2 stemmen 1.630 Wij dragen hem uit: zijn tijd is daar.
Breng aàn uw kransen
Van schone gedachten
En daden; laat glansen
Wat ge onder hem wrocht als hulde op zijn baar;
Zacht roeme
Uw mond zijne weldaân; elk woord zij een bloeme
Voor 't dode Jaar.
De middernacht laat hoog in de lucht
Zijn sterren branden
Bij de uitvaart des doden;
Onzichtbre…
Slaapliedje
poëzie
2.0 met 3 stemmen 1.096 Slaap, kindje mijn,
Sluit je lipjes fijn,
En doe je ogen dicht, mijn ogenlicht;
Nu je zo warmpjes nederligt,
Moet je rustig zijn.
Nù ben-je klein:
Ik hou je hoofd en je lijfje zoet,
En je wilde voetjes stil en goed
In twee handen mijn.
Eens zul-je groter zijn:
Dan lig je niet meer in mijn armen neer,
Dan stap je door 't land als een…
Twee oudjes
poëzie
1.0 met 8 stemmen 1.889 De lucht is zo helder, het windje zo warm,
- Hij stiet zijn tuindeur open,-
‘Kom, vrouwke, een toertje!’ en hij bood haar zijn arm,
‘Al ’t groen is uitgelopen.’
Zo gingen zij saâm, op hun krukskens geleund,
Langs sappig groene blaren,
Langs ’t bos, waar de merel zijn liedeke dreunt
En kleurige vlinders waren.
Heel langzaam… Zij spraken niet…