het is winter en het heeft gesneeuwd
ik gaf mijn buurjongen van tien een tientje
bouw me, als levende sneeuwmachine
een sneeuwpop in mijn tuin
een vrouw
een sneeuwvrouw met een bezemstok
maar geen heks
zeker geen heks
een lieve vrouw met neus van winterpeen
verder zacht, maar vorstbestendig
en wel in voor een beetje sneeuwpret
de opdracht…
de mooie vrouw groet
dus herkent zij mij
mijn beeld moet ergens
in bepaalde vorm
op haar harde schijf bestaan
als we elkaar na een tijd weer zien
zal ze mij in haar vinden
ze draagt mij overal
en altijd met zich mee
en misschien, heel misschien
komt deze enkele spore
na lange tijd van overleving
eens in dit mooie, zachte lijf tot leven…