Waarom zit het leven nooit mee?
Verdrinken er mensen in zee,
vallen gemzen soms van een berg
en krijsen dan door merg
en been?
Waar moet ik heen?
Om dit niet mee te maken?
Moet ik staken?
Waarom?…
Waterval vol diamanten
verstijfd van kou
een wit pad
kronkel tussen de bomen
naalden van ijs
drie kleine boezoes
lopen over het pad van sneeuw
op het einde draaien ze om
ze zitten op de slee
van klein naar groot
we woezen naar beneden
we schreeuwen, lachen, krijsen
van blijdschap
ow ow
we gaan scheef
me broer springt eraf
me zus…