vergeef de zondaar
die je aanstaart
vanuit een ver verleden
een ontmoeting
als messteken
in hart en buik
draait het leven
zijn rondjes
vallen diep.....
verstild
de scherven in de tijd…
zoemt de hommel
tastend de struikjes af
naar voorjaar
vliegt de spreeuw
gedreven heen en weer
met takjes in de snavel
kwetteren de meesjes
schel en fiet
de nestdrang rond
wil ik je naam schrijven
in de blauwe lucht
mijn lief…
als sluitstuk van het leven
gleed je in de dood
stil kroop ik even
in je hart
je nam me mee
naar de ondergaande zon
de nieuwe dag zal
de stad bedekken met nevel
hoog gezeten
zullen wij licht verstrooien…
de oceaan
kabbelt
langs mijn benen
om hoog
gaan de meeuwen
krijsen
gedachten weg
licht golvend
een vlot in de verte
de overwinningsvlag
gehesen
verdrink ik
waarlijk…
oog in oog
met een nieuwe dag
zie ik de zon
die uit de kabbelende
rode plas opstijgt
reigers
op één poot
loerend naar de kikkers
die lente kwaken
hoor ik
keien kletsen
kindergelach
zachtjes geween
om niets…