groene kralen krioelen op mijn bord
kronkelen door de gaten van mijn ogen
in een even van onachtzaamheid
vervloeien ze tot soepig viscoos groen
wentelend en kerend in langgerekte wervels
wringt zich een bruisend kolken
binnen worden elementen weer atomen
gisten elektronen hun kansen schoon
onafgebroken trillend zoeken
naar nieuwe…
ontzetting in taal
bestuurde vormen
lijnen van denkend worden
oorsprong van zijn
drink de letters in en proef de dorst van de dichter
drijf met gespreide vingers op de klinker stroom
waar consonanten de vingertoppen betrommelen
absolute ruimte zal
vanuit zijn eigen natuur
zonder relatie met het externe
altijd onveranderlijk en onbeweeglijk…
gemoffeld metaal
streng donkergrijs
geheven slurf
en ronde poten
rechthoekige repen glas
in gezaghebbend karton
dan geleid door vader’s hand
scheidt het donker van het licht
stapt een levensgrote Piggelmee
in de piste op de muur
op zijn stem schuift
de dwerg tussen pot en zee
profeteert den tovervisch
haar les in nederigheid…
over de dood en zijn dans
de bruid en haar sluier
de kerkers van het denken
achter deuren van angst
pijn van schreeuwend paars
in samengeperste vuisten
langs tollende muren
dwalend in gapende echoes
de trein vertrekt vandaag van spoor acht
schreeuwende uren
zwart vochtig en stil
cipier geworden beeld…