Want ze legt een armpje op haar hoofd
Zoals grote mensen doen
O, ze is zo weerloos
Tegen al dat geraas
Ik vind haar grandioos
Geef haar voorzichtig een verre zoen
Als ze uit het zicht verdwijnt, ons allen de baas…
Ook ik heb laatst met Poetin afgesproken
Gezellig in zijn datsja op de hei
Wat knoflookworst, een wodkaatje erbij
Armpje drukken, klein sigaartje roken
‘Ik zal’, zei hij, ‘nooit meer onaardig doen,
Maar mensenlief die Zijlstra, wát ‘n oen!’…
ik draad
een armpje hoog
haar lach lijkt
nog bevroren
vierkant toch
de vingers
van het handje
in een welkomsboog
daar gaat de duim
in warm ontdooien
rood de lippen in
toegankelijk ontplooien
dit zijn geen
marionetten of juist wel
jij trekt aan de touwtjes
en toch speel ik mijn spel…
Intens gevoel van zwanger zijn
gerommel en beweging
Geen armpje, voetje alleen pijn
gedwongen tot verpleging
Ischemie is hier de vader
blokkade van de levens stroom
Geen zuurstof in de ader
vrij-blijvend is een droom
Verlossing is de moeder
techniek van onze tijd
de smalte is het loeder
geen ruimte is een feit
De keuzes zijn…
maar ogen gesloten
wandelde hij traag door zijn verleden
hij zag zijn jeugd in een schilderij
en is voor even naar binnen getreden
Daar zag hij zichzelf als kind, spelend
op het ijs met zijn doorlopers en muziek
schaterend uit boxjes de geur van cacao op
een idyllische achtergrond van Anton Pieck
Vader en moeder luid roepend en armpje…