Ik steel je lach als een pril ontwaken
In een zee van tijd zal de liefde
warmte aan onze vriendschap binden
ik leun mijn loom verliefde lichaam
tegen je vastberadenheid aan
we zwijgen intiem
in ogen die gedachten aaneen rijgen
tot de winter
als ouderdom
wijsheid
verworvenheid
ons deel is geworden
en gebreken de vruchten zijn…
doodlopende praatjes
Het leven neemt geen keer, de dood evenzo
Bij elke stap draaien voeten
om de hete brei
Jij bent galeislaaf en meester ineen
die op het kruis varen
van het naoorlogs onvermogen
De ziekte die jou in de beenderen slaat
onder een niet zichtbare almacht
knijpt de raderen fijn
om het venijn te stoppen
in een bitter distillaat…
kransen op de deining van pulserend bloed
Het gebed is verworden tot een geasfalteerde weg,
waar tanks een processie rijden voor een of andere duistere Demon
waar kinderen (om)gedoopt worden tot kanonnenvlees
De Aarde is als een litteken aan een geschonden wand
De hemel lijkt aan de kant geveegd
En ik,
ik schrijf deze woorden met een distillaat…