mijn woorden zullen holler klinken
dan de echo van een put
waar wensen nooit uit zullen komen
en mijn adem zal verdampen
langs de muren van beton
en al horend blijf ik altijd doof
voor iets wat nimmer is gezegd
spreken doe ik pas wanneer
de loper is uitgelegd
en ik mijn schreden zet naar
waar ik wil verblijven
en ik in het diepste van…
hij putte zinnen
lepelde als dorstige hond
uit de bron van woorden
zijn glazen oog
gevuld met metaforen
de taal gelikt, gesnoven en
gedoopt
geschreven en gesloopt
ligt nu bevroren
naast verstorven wijn
en geur van dode dichters
ruikt hij het bloed
dat traagzaam kruipt door
holler vaten
zijn troebel oog
kleeft aan de randen
van verstokte…
ik bouwde luchtkastelen
op het strand, versierde ze
met griekse en romeinse beelden
de slotgracht groef ik in zand
ze liepen vol, het water kon
mijn spiegelingen niet verwijderen
ze bleken holler dan het vaten
legen dat de vloed had te vergeven
toen eb de golf vertraagde
en wij de torens in het schuim
weer zagen heb ik de wal gebouwd…
Vroeg zie 'k mij gaan, in blijde jongenshaast
De vonken ketsend uit halfdonk're straten,
Dank warm fabrieksgedoe nooit dóóds verlaten,
Daar dampgedaante uit spleet en tooggat waast;
En lekker koud voelt Wijnmaands laatste morgen,
Holler weergalmt mijn draafstap door de poort,
En witberijpt glimlacht het blozend oord -
Waar 't jachtveld toch…