Nog hoor ik het
dat geronk van die motor
toen je plaatsnam op dat
bruine zadel en zei dat je gauw
weer terugkwam om te blijven
ik wist dat het niet zo was
dat een belofte werd gemaakt om
meer dan duizendmaal te breken
en dat bleek ook zo te zijn
nooit beter heb ik je gekend
dan in flitsen van komen en gaan
in woorden als lucht zo vluchtig…
Zomer is
met zon vertrokken
luchten met herfst
eerder grijs
dan blauw
Kou heeft
de toeristen
de dagjesmensen
van kade en oever
verdreven
Ik schrijf
en heb geschreven
over zomerzon
de stroom,de schepen
die er -dagelijks- voeren
Nu liggen ze er
nog wel stoer
maar stil
en verlaten
motorgeronk...
alleen in mijn geheugen.…
witte wolken onderbreken ’t azuren blauw
Het veld des morgens bedekt met parelend dauw
Vanaf het water stijgt reeds vroeg nevel omhoog
Uit de verte wordt de roep der koekoek gehoord
De leeuwerik zingt luid boven ’t gele koren
Dit is de plek waar mijn wensen worden verhoord
Hoe schril is het contrast waar geluiden smoren
In klokkenspel, motorgeronk…