Genezen
Waar achteloos het staan begint,
rustend aan de achterzijde.
De zelfkant lonkt mijn liefde vindt,
een wederzijds beminnen vlijde.
Stilzwijgend diep het fluisteren,
op buikhoogte keerkant binnen.
Borrelt zeer waar schijnbaar luisteren,
mijn liefst verstaan beginnen.
Vervliegt in adem ruimteloos.
Zwermt armen ver vooruit.
Hijgt nauwelijks ontluikend boos,
‘s Lijfs strelend zacht besluit.
Geplaatst in de categorie: lichaam