Peren en zo
Ik waag mijn vingers
te grabbelen
en bid – met duizend toverstokjes –
tot ik er hoofdpijn van krijg.
Vervolgens hap ik in een boomgaard, droom
zo hard ik kan want je weet maar nooit
je zal maar verdwalen met je mond vol.
Ik tel tot vier
en prijs me gelukkig
de wereld is niet ontploft
mijn zelf, onaangedaan
dus genoegzaam
lik ik mijn lippen af.
Geplaatst in de categorie: voedsel