Ik ben een moordenaar
Ik sta, hoewel ik zit, in vuur en vlam.
Een vierkant staart me aan. Ik word gedreven
om met een viltstift kleur eraan te geven.
Ik zie zwart-wit. Het is een cryptogram.
Merkwaardig zijn de woorden hier omschreven:
Gehandicapt jong dier. Bedoeld wordt lam.
Een werkwoordsvorm in 't woud - is dat een stam?
O, mijn gepeins duurt lang - ofwel oneven.
Ik pleeg met lust een moord als tijdverdrijf
en dood de tijd. Verleden tijd is stond.
Het is de gang, waaraan ik almaar blijf.
Hoe rijdt men geestvervoerend? Antwoord: spook.
Geen letter kan er bij. De zaak is rond:
het vierkant is gevuld. - M'n zondag ook.
Geplaatst in de categorie: tijd