Lodewijk 14
de pruilende kleuter went nog aan zijn kroon
de hoekige zwier zit geworteld in een gen
niet minder dan de Zon heeft hem gezonden
in een lusthof, achter porseleinen gevels
stolt hij in een vadsige pose
Gezant van God en één met zijn rijk
hij lijkt onschendbaar
een protserige haan
die lonkt naar de schilder
de kwast meet zijn geheven kin
en zet hem klem in een lijst
gevlochten ranken van klatergoud
met een knik spoort hij een lakei aan
wie zijn fortuin bijeenraapt heeft biceps nodig
het past nipt in de romp van een vliegdekschip
alleen zijn brein is niet zo groot
eerder een erwt die rolt door zijn schedel
als in de holte van een kokosnoot
Geplaatst in de categorie: koningshuis