Kana
Een nachtvlinder
dwarrelt over de rekenaar
en maakt indachtig
wat ik wil vergeten "en wij
zijn hier om het te noemen."
Water werd wijn
en onder je tong
was melk en honing -
maar ik hoor geen violen meer
geen kinderen.
Ik leg
op de kop van de bok
mijn handen
maar hij wil niets
van mij weten.
Steigerend
aan de rand van de klif
de bok -
de rode draad om zijn hoorns
raakt los.
De tortelduif -
sierlijk landt zij en prudent
pikt zij zaden op
terwijl men elders einders wist
en nacht vermeerdert.
Het Volk van G’d,
de Partij van God – namen
kunnen vloeken.
Ook de taal valt onder
schade - collateraal.
De kauw die mij groet -
hij is als je goed kijkt
niet zwart maar rijk
geschakeerd in grijs
in zwart in streepjes wit.
ZONNELEEN
De sequenties van Amos Kurzweil 31
Geplaatst in de categorie: actualiteit