de kerk van St. Julius
de orgelbuizen dansen
naar mijn pijpen
zo bedenk ik maar
en waarom niet
ze staan sterk in het gelid
de hele dag en week
ik geef ze beweging
en ontsla ze van gehoorzaamheid
aan de verroeste toetsenist
die kijkt over zijn bril
naar het op en neer gaan
van de noten
hij is nu degene
die tussen zijn tanden
het alleluja sist
uit alle hoeken en gaten
vliegen engelen aan
omhelzen de losgeslagen klankfluiters
dansend in de nok
raken zij in trance, grijpen hun kans
eens lekker los te bollen
alle beelden,
van Petrus tot de Heilige Maagd
zijn tot was geworden en druipen mede af
naar het muziek- en prettoneel
dit was nieuw, nooit vertoond
echt even in de hemel
tussen stenen en
vroom gekleurde ramen met
starrre bidders tussen het lood
ik juich ze toe en schreeuw
jel na jel
kom laat je gaan
beweeg je binnen een nieuw bestaan
laat je stem eens horen
buiten het stramien van valse koren
ik stook kaarsen, voor naar achter
zing luid de Marseillaise
ja, victorie voor de geketende nota-belen
nu bevrijd en uit hun dak
weg al die jaren van gapen
en oeverloos vervelen
Geplaatst in de categorie: humor