HELSCHE PIJNEN (aan J. Rutgers)
In mijn hersens- feest, ik loop op dons
Ik ben een vrije dichter, ruim van geest
Evenveel engel, als demonisch beest
Ondanks de grote liefde tussen ons
Ben ik alleen in fijngevoeligheid
Zo eenzaam als een huismus op een tak
Sinds vader ging en niet meer tot mij sprak
Snak ik naar warmte en genegenheid
De sabelslagen van mijn moeders tong
Maakten dat niemand mij nog plaatsen kon
Mijn wijkplaats werd uiteindelijk het gedicht
Als ik de bolle buik van Paul bezong
Vol opium en bier, scheen weer de zon
Die alle vrouwelijkheid overbelicht
Toen eindelijk mijn doffe ogen braken
Was’t mij vergund de zielenrust te smaken
Zie ook: http://members.lycos.nl/beeldentuin/index.htm
Schrijver: Anneke Haasnoot, 27 januari 2007
Geplaatst in de categorie: literatuur
Ik ken hem niet, maar kreeg een boekje van hem in handen dat me inspireerde.