Negentienhonderdveertig - vijfenveertig
Wanneer men een hele wereld ten grave draagt
weerklinkt ook niet meer het roepen van de doden.
Het kerkhof, door distel en brandnetel belaagd,
weerspreekt snel de term 'onder de groene zoden'.
Hier heeft de stilte zò de overhand, lieve Heer,
dat men zelfs niet Uw taaie tijd voortschrijden hoort.
Bezoekers melden zich al helemaal niet meer,
slechts hun angst verzamelt zich bij de toegangspoort.
En dan komt voor de wereld eindelijk herstel;
de voorjaarswind beroert licht de dodenakker,
maar men blijft steken in die godvergeten hel.
De moeder kan haar zoon daar niet meer herkennen,
die vreemde man maakt opnieuw angst in haar wakker,
tot ze erin berust, maar het is wel wennen.
Vrij naar Anna Akhmatova
Geplaatst in de categorie: oorlog
Of gaat het over een weerzien na de dood? Of gaat het over een dementerende moeder, die steeds met haar gedachten in die oorlogstijd leeft? Wie zal het zeggen? Maar mooi is dit intermezzo wel.