En God schiep de kater
Het liefst ligt hij op z'n rug
voorpoten koddig opgetrokken
soms zijn ogen ermee luikend
alle sores buiten sluitend.
De bolronde buik gekeerd
naar de verwarmingsspijlen
de achterpoten lui languit
de staart kuis ertussen.
In knorrend gespin
valt de bek iets open
tipt het ruwe tongetje
tussen gewapende tanden.
De snorharen wijd
in zwijm van genot
tantaliserende zinnen
tikken trillingen.
De neus nat en koel
snuift de uiterste geur
van zelfgenoegzaamheid
de walm van welzijn.
De oren in waakstand
voor geluiden die duiden
op te vullen voederbakjes
en te bespringen poesjes.
Zie ook: http://www.depriman.nl
Schrijver: Anton van Amerongen, 19 maart 2007
Geplaatst in de categorie: dieren