En dan de vissen van H.J. Doff
Mijn goudvis leidt een kalm kloosterleven
in zijn eenzame rechte waterbak.
Van hoek links naar hoek rechts duurt maar even
ook al zwemt hij op z'n dooie gemak.
Elf vingers waren toch zeker genoeg
(of had ik het verkeerd gezien misschien)
toen ik, verlegen, vijf ervan vroeg
(en waren't er vervolgens maar tien)?
Hoed u dus voor de onevenheden;
houd één vinger stijf in de vissenkom,
dek met de andere het verleden.
Vraagt men u dus naar die vinger extra,
zeg niets: uw vis zwemt zwijgend om en om:
uw beloning komt veel later, ach ja.
Geplaatst in de categorie: vriendschap