Roggebrood
Zag haar komen
over de goudgele akker
wapperende haren
haar mond zei : mooi..
lippen glansden
schitterende liefdesdorst
ik schoof de
goudgele korenaren opzij
en maakte van
de ruiter een hut
kom, wenkte ik,
nog eens, kom hier
dicht bij mij
zij zwaaide,
schudde nee
en sprak
ik ben niet vrij
heb al verkering
met een roggebrood
en liep handkussend
aan mij voorbij.
Zie ook: http://jacobs.volkskrantblog.nl
Schrijver: jacob hesseling, 6 juli 2007
Geplaatst in de categorie: liefde