Herfstgedicht
Heden is herfst:
de regen valt met bakken;
sijpelt grauwe grond tot dras.
De kou begint
en is niet uit te vlakken;
druppels kleven
aan het natte gras;
daar buiten stormt de wind
tot stilte valt.
Het bos nu
-van westerling verstoken-
ademt zijn rust weer uit
en laat zijn kleuren pralen,
om die dan toevertrouwend
aan de wind
dwarrelend neer te laten dalen.
ze kleedt zich in een rode tooi
om zo de herfst weer te behagen,
die haar -verliefd: wat is ze mooi-
de winter in zal dragen.
Dan kleedt de storm
haar gretig uit;
Ze laat het blad slechts
langzaam vallen,
ze koestert nog het bladerbed
om dan grillig
verlaten door de herfst
de witte winter toe te vallen.
Zie ook: http://chatfant.nl
Schrijver: chatfant, 11 september 2007
Geplaatst in de categorie: jaargetijden