Vreemde jas
Toen het dak was gevallen
knalden de vensters uit zijn hart
braken zijn ribben in snikken
en zoog zijn adem hem slurpend leeg
Met een jas die niet van hem was
liep hij weg -met de hond-
naar een plek in het bos
om zijn ogen te laten rusten in het zand
De tijd was niet van hem
evenmin het zand dat woelde
hem was alles ontnomen
hij had niet eens een hond
Zie ook: http://www.stromangedichten.blogspot.com
Schrijver: jan haak, 23 juni 2008
Geplaatst in de categorie: eenzaamheid