De dichter en de vlinder
Ik sluit de luiken van het huis
en roep de stille beelden op
die mij dan vergezellen:
de vogel die een schuilplaats zoekt
bij al te felle regen
het zwarte water dat mij lokt
met stram het taaie riet
het morgenlicht over het veen
de landerige landerijen
langszij de ramen gaat de zomer
als ik het leven buiten sluit
zoals de vlinder
die nog blijft
en haar cocon niet wil verlaten
haar vleugels zijn nog veel te teer
om felle zon al te verdragen
Het plotse onweer laat
de dichter anders kijken
een grijze duif gaat scherend over land
en in de nacht
huilt lang de wolf
als een verlaten hond
op 't kerkhof van het heden
de vlinder waagt zich naar de bloem
door mijn geopend raam
kom vlinder, vlieg maar hoog genoeg
en wees dus onaantastbaar
Geplaatst in de categorie: psychologie