Winter (Platbodems in Groningen stad)
De tjalken zijn in winterslaap gegaan
het koude water houdt hun dromen vast.
Zij liggen langs de kade, zwaan kleef aan;
de zeilen geborgen, troont hoog en naakt hun mast.
De tjalken zijn in winterslaap gegaan,
de lucht is grijs en flinterdun gedekt.
Doelloos wijst hun vaan de winden aan,
terwijl zij wachten tot de zomer hen weer wekt.
Dan halen zij met frisse moed het anker op
en gaan met mensenvracht en proviand geladen
weer vrolijk spelevaren op het ruime sop.
Wat weten zij nog van hun jonge jaren,
toen door de schipper en zijn vrouw, het klokje rond,
zo vaak bij storm en ontij werd gevaren.
Geplaatst in de categorie: jaargetijden