ze was een ééndimentionaal ford van schoonheid
Ze was een ééndimentionaal fort
van schoonheid
uitgelijnd tot in perfecte sferen
de gearticuleerde wind
uit haar mond echter
wasemde een gruis van baksteen
het uitbreken van de wandeugden
construkties van vormloos lood
die zwaar op het hart vielen
of was ze slechts
de poort
boven een stinkende slotgracht
Haar schitterend
blinkende tanden
blokletterden
een pallissade
genadeloos grimassen
het rot liep erover
een soep van vooroordelen
kleine nijdigheden van onzekerheden
en totaal gebrek aan hoger goed
Haar mond kleurde zwart
en ik beet mijn tanden stuk
op een blauwe bol
Ze liet haar aura overspringen
Maar misschien
was ik nogal seksistisch
in mijn benadering
om mee te beginnen
Geplaatst in de categorie: algemeen
chapeau