Aphrodite
Gij zijt mijn boterblomme,
mijn paarse pinksterblomme en
het fluitenkruid in bruiloftooi
aan weerszijden van de dijk.
Uw aanwezigheid
doet mijn
voeten lichtvoetig dansen
in de zoetgeurende bongerd.
't Is daar dat
gij mij kust en
mij doet zweven
tussen paarse kersebomen.
Ach, hoe schoon zijt gij:
gelijk Aphrodite die uit
Fenicie is gekomen.
Gij, mijn liefdesgodin.
Uw zinnelijke lijf
min ik o zo zeer.
Laat uw schoot vruchtbaar zijn,
uw nageslacht koen en sterk.
Zacht en warm zijt gij,
laten we elkaar beminnen
tot de hanen kraaien,
tot de morgenstond.
Gelijk een Griekse liefdesgodin
zijt gij gekomen,
tussen duizend bontgekleurde blommen
kwamen onze lijven tot leven.
Geplaatst in de categorie: liefde