Geloofsbrief
Van leut tot oude krantenknipsels
stapelden zich woorden
als briketten vol met achterklap
gelegen voor de haard
Wie spitste hier zijn oren niet
een vonk te horen smeulen
wie zag er hier het branden niet
van bijenwas in maan ?
Ik maakte voort - de tijd die vloog
vannacht zou hier een haan nog kraaien
en ik hoorde van de snede
bij het aangebroken vuur
nog zeven zinnen van de vos
voorbij het kippenhok verwaaien
waar hij stond - om te verhalen
van zijn onschuld op den duur
Het was de vos die ik verwachtte
of toch niet
dit late uur
Moest ik hem staande hier verbieden dan
zijn weg verder te gaan
toen hij mij zei dat hij slechts kwam
als eens gelijk de goede lieden
om de haan die hij vertrouwde
een geloofsbrief aan te bieden
En ik geloofde - ik geloofde
toen ik er zijn ogen las
al had ik beter kunnen vragen
of het wel de zijne was
Hij vrat de nacht met koude veren
zou het morgen weer proberen
zou het morgen weer proberen
vossenkuilen in de nacht
Zie ook: http://www.stromangedichten.blogspot.com
Schrijver: jan haak, 22 juli 2009
Geplaatst in de categorie: moraal