Stil nu!
Ik zei de hond maar niet te hijgen
toen ik je daar je zo breekbaar zag.
Alle ramen heb ik dichtgehouden,
alle vogels vroeg ik stil te zijn.
Bad de kerk een doofkoord te rijgen
voor elke voorgenomen klepelslag
die je uit je slaap zou kunnen houden.
Zodat ik jou, zo mooi en stil en klein
als je daar nu ligt,
je in gedachten
nog even aanraken zou
en met mijn ogen dicht
in je haren wachtte
op 't verdwijnen van de kou.
Geplaatst in de categorie: liefde