DE ZIEKTE VAN BELLE VAN ZUYLEN
Als een rotsblok lig ik op de aarde
Sinds Jean-Samuel ’t contact verbrak
Ik vind bij Cagliostro onderdak
Hij hecht aan Mesmers theorieën waarde
Magnetiseert, iets wat mij zorgen baarde
Maar tegelijkertijd een halm toestak
De wetenschap hangt aan de wilgentak
Zelfs Newton is niet meer van deze aarde
De graaf, genezer, ziet mij vorsend aan
Het lichaam is bepaald geen mechaniek
Broedplaats van evenwicht, dat is de buik
Maar ik pareer, ik kan niet gaan en staan
Waar of ik wil als vrouw, dat maakt me ziek
Mijn ziel wil passie, maar de bokkenpruik
Die door de patriarch werd opgezet
Doodt de bandiet in mij; Pa’s wil is wet
Geplaatst in de categorie: literatuur