PAAR
Ze zijn een paar
hij, de man
zij, de vrouw
Je herkent hem
aan z'n groenblauwe kop
zij heet verre van 'n schoonheid
Ze zijn elkaar
al jaar en dagen
trouw
Ze wonen
aan de veste Grave
met zicht op de rivier
Ze kennen
er stroming en verval
ommuring,het zand van loswal
Ze dobberen
bij avondlicht
wieken op bij gul strooien
Terwijl de sneeuw
begint te dooien
hebben ze lente in hun kop.
Zie ook: http://www.vkblog.nl/blog/6539
Schrijver: Harry Daudt, 17 januari 2010
Geplaatst in de categorie: huwelijk