Lentegeluiden (een herinnering)
Op het signaal
van de hoofdvogel,
de bontgevederde,
wipten ze allemaal
uit hun winterverblijven.
De bomen waren nog kaal
maar de lucht
hing plots
vol lentegeluiden.
Mijn winterogen gingen open
naar de krokusjes
blauw en geel
in de nog slaperige tuin.
Maar de kinderen
dartelden reeds door het gras,
zij rolden juichend
tot voor mijn pantoffels.
Over de zonnige straat
wandelde de buurvrouw.
Haar baby kraaide.
Ik riep nog net op tijd
een groet van uit de tuin.
Mijn stem klonk anders.
Verder het land op
zag ik een boer
met grote ernst
de stalmest uitspreiden.
Het winterruige paard
sloeg met zijn staart
de eerste vliegen weg.
Het was de derde maart.
Geplaatst in de categorie: jaargetijden