HIPPOCRENE
De laatste keten weegt loodzwaar
Haar handzaag is niet sterk genoeg
Ze spant hem rustig voor de ploeg
Op vliegt hij en het is al klaar
Ze geeft hem telwoorden, een paar
Omdat hij haar zo vaak al droeg
Van basiliek naar bruine kroeg
Van schommelwieg naar dodenbaar
En weer terug naar het gedicht
Haar thuishaven haar heiligdom
Haar bidkapel haar huisaltaar
Zijn schuilstal wacht in schemerlicht
Zacht slaat ze op de stille trom
Haar bed is deels van paardenhaar
Geplaatst in de categorie: literatuur