nazomerdag
de grassen fris en groen, met
licht bedauwde sprieten, staan
weelderig, met witte margrieten,
in het kleurig bont, van korenblauw
tot distelbol, zo donzig blond
midden in het veld, in rozerood
staat kruidig de zuring, op lange steel
met bloemenpluim, daar rondom heen
vliegt blauwig groen, doorzichtig
een waterjuffer heel voorzichtig
verderop in wilde orde, omgord
met ruigte, staat gewapend met
stekelige stengel, de bramenstruik
de geurende vrucht, door zon gerijpt
lokt hommels in zoemende vlucht
als zaden zijn gezet, de gerst gerijpt
het hooi geurig ligt te wachten,
is de nazomer nabij, het is
alsof je te paard, in vliegende vaart
de zonsondergang tegemoet rijdt.
Geplaatst in de categorie: planten