Nachtrefrijn
Alleen ging ik op pad, floot me
door het duister, omdat iets in
mij ontstoken was, nog lichter
dan het uitgedoofde avondlicht,
zocht langs wanen, de snoevers
in hun stijf ornaat, in rusteloos
beraad, op armlengte van elkaar,
versloeg gestaag de lust te
luisteren naar mijn geestesoog,
doorgeschoten, zweeg het in alle
talen, alleen te zijn in een
nachtelijk refrein of ik in
lokaal en kroeg welkom zou mogen
zijn, leek het of alles om me
heen verdronken was voordat ik met
Jan en iedereen uit feilbare glazen
gedronken had, geklonken op alles
wat mensen delen, weerklonk door
uit vooroordeel, sprak om bij
elke slok te preken, vocht aan
dwingende lippen reeg, bleef de
vraag of gemoed in lege kruiken
te kweken was om in vers licht
andere potten te breken, waarin
de weerstand allang geslonken was.
Zie ook: http://www.pamapoems.nl
Schrijver: pama, 19 september 2010
Geplaatst in de categorie: psychologie
zwervend van kroeg naar kroeg. Heel herkenbaar.