magere joodjes
wij hadden door de honger geen ontlasting
mijn broer en ik, vooral hij was een leeg pakhuis
een vreemdsoortige bouwsel waaruit
zijn botten tevoorschijn kwamen bij elke zucht
soms vonden wij op straat een broodkorst
daar wierpen wij ons op, als waren wij hondjes
onder de smalende gezichten hoog uit holle vensters
donker waren de uren, zwart
luizen waren wij, verbergers
van een uitgemergeld lichaam de bedreiging
voor de helden van een nieuwe belofte
toch niets anders dan wat stumpers
niets dan een paar magere joodjes in lompen
hoe anders konden wij?
Geplaatst in de categorie: geweld