Gedrevenheid
(voor Karin)
Zie toch eens het avondrood
en dan mijn hart, zo dood,
het krijsen in een eindeloze
strijd om hulp en tederheid,
de mens is mij zo lief, te
lief, zodat ik dikwijls lijd
en geen verklaring vind
van wat er diep in ons
naar boven stroomt.
Een hemel van verdriet
doemt zinloos aan ons op,
je bange hart vertrouwt het niet,
dat hoor ik aan je klop
op deuren die niet open gaan,
al peins je nog zoveel,
ik weet, jij blijft bestaan
in zuiverheid, een eeuwig deel
waarvan je droomt.
Geplaatst in de categorie: vriendschap