Toe wij jong waren
Toen wij jong waren droomden wij zo van die dingen
van een huisje, een boompje, beestje en van kinderen, wel vijf!
We dachten met de wind in de zeilen, niets dat ons kon verhinderen
wij zagen een toekomst onder de blauwe lucht vol mooie herinneringen
Maar uit een onschuldig zomerbriesje ontaardt soms ook een storm
dan moeten wij laveren in een wereld vol wildstromend water met
slagregens en golfslag alle zeilen bijzetten voor beter later,
de zon schijnt niet altijd en de weergoden zijn niet altijd in hun beste vorm.
In de thuishaven zoeken we rust, kabbelen we op het water,
waarop het schip weerspiegelt en die wereld daar omheen
kijkt slechts als een krankzinnig theater. En we vangen de wind in ons zeil,
het zijn vooral de kinderen die ons omringen.
Toen wij jong waren droomden wij zo van die dingen.
Geplaatst in de categorie: kinderen