Mijn woonstee is haar lach
Een grote vogel zag ik in de wolken
zich verwonden en de wonde was de zon
die bloedig rood al dalend ging vertolken
de afschuw die een kind bekruipen kon.
In het donker dwaal ik door de zalen
waar spiegels licht van dode sterren vangen
en hymnen slapend in 't gebinte hangen -
en nergens kan ik ook maar iets verhalen.
Op de dorpel naar de morgen ligt Uw beeld
dat eens de verste einder overspande
en met een wimperslag mij kreeg geheeld
in stukken: torso hoofd en losse handen.
Een zingend kindeke wekt mij met gezag
tot leven weer: mijn woonstee is haar lach.
Geplaatst in de categorie: filosofie
dit vind ik een hele mooie van je hand