VERDWIJNEND EN TERUGKEREND DENKEN
Op een blinkende lentemorgen
rent het kind verrukt
over de zandweg door 't boerenland
jubelt om de nevelkronkels
als frisse damp
uit witte gesponnen suiker
watertandt
wanneer hij mooie huizen ziet
gemaakt van stijve slagroom
of gladgeschaafde griesmeelpudding
springt naar de weide
die hem zwakjes weert
toch met elke dauwdruppel
vrolijk uitdaagt
jeugdige dichtersgedachten
leiden hun eigenzinnig bestaan:
bolbliksems dringen samen
tot een woelige kluwen vuur
zwellen ras _ slinken plots
asvonkjes vlieden op de wind
bescheiden dwergkometen
komen soms terug
bij de rijp geworden denker.
Geplaatst in de categorie: kinderen