(Stilte)
Niet eens het niets
of de leegte
is als taal of als mens
tot mij gekomen
in een vorm zonder afscheid
of begroeting tijdens de nacht
en in het wachten onhoorbaar
maar opgemerkt
in aantoonbare onschuld
niet bodemloos of torenhoog
maar horizontaal als oneindige verte
vertwijfeld weggebleven
door in mijn hoofd te zwijgen.
Inzender: Henk van Dijk, 22 maart 2012
Geplaatst in de categorie: eenzaamheid