NOTRE DAME CHARTRES
Zag ik het goed, wist ik haar te ontroeren?
Ze stond wat kleintjes onderaan mijn treden
Waarop een jongerenkoor oude gebeden
In kerklatijn voor mij stond uit te voeren
Zij zag, als ik, hoe vele kralensnoeren
Door niet te tellen mensenvingers gleden
Hoe zij eeuwenlang het geloof beleden
Aanwezigheid van heiligheid ervoeren
Van Iets dat groot en onbenoembaar was
Hen klein, nietig en onbeduidend maakte
Ik werd dikwijls getroffen door de vuren
Waarvan de kudde mij dan weer genas
En als ik daarna van gezondheid blaakte
Zocht men weer zingeving binnen mijn muren
Geplaatst in de categorie: literatuur