BIJ EEN WINKELPUI
Ogen in kassen
Waarvoor het licht te fel
Pupillen, speldenknoppen
Op het punt te verdwijnen
In dik matglas, lichtblauw
Geen spoor van glans
Doffe doodsheid en nee
Vooral geen ellende van
Anderen
Hij bespaart haar zijn verhaal
Ternauwernood, omarmt haar
Magerte en daarmee weer de dood
Hij is koud uit het graf verrezen
Met zo vers in het geheugen nog
Zijn eigen resten hel
Zie ook: http://www.bloggen.be/annekehaasnoot
Schrijver: Anneke Haasnoot, 29 november 2012
Geplaatst in de categorie: psychologie