de nevelgrijze mantel van het raadsel
men mocht hem niet storen
en immer ging hij moe naar huis
hij liep verkeerde kamers binnen
zei zelden doodgewone dingen
het was ook nooit vandaag
in de sporen van zijn vinden
de deur alweer naar buiten
vergeten vrouw en kind
hij liet geen enkele schaduw achter
en over uitgezongen stromen
spande hij met grote bogen
de beweging van de wind
zo werd een uur een jaar
na jaar
maar nimmer in zijn vreemde ernst
kon hij vorm geven aan het water
dat tussen oevers het licht deed leven
Geplaatst in de categorie: psychologie
Mooi hoor Kerima!