Aan de zee bij Katwijk-Binnen.
Aaan de zee bij Katwijk-Binnen
stond een vrouw alleen.
Diep wanhopig buiten zinnen,
want haar lief ging plots'ling heen.
Tranen stroomden uit haar ogen.
Ook van ond'ren werd zij nat.
Langzaam kwam de vloed naar boven.
Zij zuchtte: "'k Ben het leven zat".
Reeds omspoelden zilte golven
haar middel en haar leest.
Binnenkort wordt zij bedolven
en dan is zij er geweest.
Het water staat reeds tot haar lippen.
Haar gedachten zijn bij hem.
Hoe hij omkwam op de klippen
en zij hoort nog zijn stem.
Een laatste golf neemt haar dan mee.
Er is aan haar wens voldaan.
Kijk, daar zinkt zij naar de diepte.
Zij zal naar haar lief toegaan.
Daarmee komt zij aan het einde
van dit liedje aan haar end
en zinkt als lijk nu naar beneden
in de armen van haar dooie vent.
Zie ook: http://hh.uitdewaard.nl
Schrijver: HH. Uitdewaard
Inzender: H. Hoogeveen, 6 oktober 2013
Geplaatst in de categorie: songtekst