De éénpitter
Ik zie het ding nog in het schuurtje staan;
op zondagavond werd ie aangestoken,
een nachtlang stond er wasgoed op te koken
want ’s maandags moest en zou de was gedaan.
Ook op het keukenaanrecht stond er een,
een groen geëmailleerde naar mijn weten.
Een kleintje, nee ik zal het nooit vergeten.
Het was een éénpits ~Beccon~ naar ik meen.
Ma wilde ’t ding voor geen vermogen kwijt
-al kookte ze al jaren lang op gas-
want het gerecht waar Pa zo dol op was
kon enkel op die éénpitter bereid.
Haar draadjesvlees, zo heerlijk suddergaar,
‘k verlang er af en toe nog wel eens naar.
Geplaatst in de categorie: lightverse
om met rijmen door te gaan