inloggen
voeg je netgedicht toe

Netgedichten

netgedicht (nr. 50.774):

Korte ode aan de fjord (Noorwegen 2)

Dat daar gewoon gewoond wordt aan de fjord!
Dat daar kostbare schoonheid kosteloos
fonkelt, schittert, tintelt, trilt,
verzilvert, vermat, vergrijst, verzwart,
en van blik tot blik, in schijn van roerloosheid,
de wereld vertraagt en vernieuwt!

Schrijver: lykele zwanenburg, 30 januari 2014


Geplaatst in de categorie: natuur

3.0 met 3 stemmen aantal keer bekeken 209

Er zijn 4 reacties op deze inzending:

Naam:
K.Borgdorff
Datum:
9 februari 2014
De eerste zin is geen fraai Nederlands. Reden:
'aan de fjord' is overbodig door het voorafgaande
'daar' en de vermelding in de titel.
Als je dus inkort, klinkt het al beter.
Ik geef toe dat je wel een tegenstelling creëert
die frappeert als je daar inderdaad woont.
Naam:
lykele zwanenburg
Datum:
7 februari 2014
Email:
lzwanenburgxs4all.nl
mooi commentaar
Naam:
lykele zwanenburg
Datum:
6 februari 2014
De eerste regel is niet zo plat als je misschien zou denken. Impliciet wordt het gewone wonen afgezet tegen het sublieme van de fjord – in de ogen van de mensen die niet aan de fjord gewend zijn zijn, toeristen en lezers. Door de verdubbeling gewoon/gewoond (en door de binnenrijmen op de titel o/oo) krijgt dit gewone iets ongewoons, iets extra-ongewoons en iets extra-gewoons. Dat geldt ook voor allerlei (andere) klanken die bijdragen aan de ´verzwaarde vorm van het poëtische´, om met de Russische formalisten te spreken.
De onlangs overleden Henri Meschonnic, fijnzinnig beschouwer en analist van het poëtische, had zijn hele poëtica op dit soort effecten gebouwd. Niet alleen op allerlei vormen van herhaling, maar ook op allerlei vormen van afwijking en regeloverschrijding, kortom, alle verschijnselen die het lezen verzwaren en de aandacht vergroten. Hoe meer van dit soort intensiverende elementen, hoe ´poëtischer´ de tekst/onderdelen van de tekst. Natuurlijk is het verband tussen deze nogal formele elementen de literaire ervaring niet dwingend. Gelukkig maar!

Kennelijk heeft K. Borgdorff een strengere opvatting dan ik van wat een ode hoort te zijn. Ik citeer Théodore Banville in zijn Petit traité de poésie francaise (1872) :

L´ode (...) a absorbé tous les genres poétiques, (...) elle est devenue toute la poésie moderne.

Daar heb ik weinig aan toe te voegen
Naam:
K.Borgdorff
Datum:
2 februari 2014
De eerste zin lijkt mij een ode onwaardig:
klinkt van geen kant en is overbodig.
Verder is het vers zo mooi als het plaatje!

Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)