Nieuwe-Tonge, 31 januari 1953
Nog zie ik jou gaan in je oliepak,
een stoere mannengroet zoals het hoort
en dan met hoogste spoed naar Battenoord,
naar het wassende wateroppervlak.
Kort daarop hing elk leven aan een koord,
leek het alsof alleen ons zolderdak
nog boven de zware zondvloed uitstak,
werd jouw adem in ziltigheid gesmoord.
Met mijn levensgeluk tot staan gebracht,
de ramp in het geheel nog niet bedwongen,
word jij haast elke dag door mij herdacht.
Nooit heb ik echter meer één psalm gezongen,
na jouw afscheidszoen in die ene nacht
in het godsvruchtige dorp Nieuwe-Tonge.
Geplaatst in de categorie: rampen